Zien, deel 5

Vervolg: ZienZien, deel 2Zien (in de mist), deel 3Zien, deel 4 & Zien, extra info.


Verstijfd door angst,
verstijfd door verdriet,
stond ze daar.

Net toen ze dacht dat ze alleen was,
alleen in de stilte,
alleen in de mist,
klonk daar een stem.

Haar ogen werden groot.
Was dat…
Dat kon niet!
Of toch wel?
Nee, het was onmogelijk,
maar toch leek het zo.

Weer klonk de stem.
Warm,
vriendelijk.
Kon…
Was…
Maar… nee!

Wederom klonk de stem.
Haar naam werd geroepen.
Ze probeerde wat terug te zeggen,
maar vond haar stem niet.

Ze werd boos.
Niet op de stem,
maar op zichzelf.
Ze kon zichzelf helpen,
maar waarom deed ze dat dan niet?!
Wilde ze alleen blijven?
Hier,
in de kille eenzaamheid…

Er verscheen in de dikke wolk voor haar een schim,
een zwarte schim.
Hij maakte haar niet bang,
hij stelde haar juist op haar gemak.

Ze kon nog steeds niet bewegen,
niks zeggen.

De schim kwam in beweging,
plots verscheen er uit er door de witte deken een rijkende hand.

Zien, deel 4

Vervolg: ZienZien, deel 2Zien (in de mist), deel 3 & Zien, extra info.


De mist om haar heen werd dikker en dikker.

Ze was omsingeld,
kon geen kant op.
Wat moest ze nou?
Wat zou er gebeuren als ze zijn naam zou roepen.
Zou hij haar komen helpen?
Of zou hij haar laten staan,
alleen en verlaten.
Misschien was hij al wel weg…

Ze wist het niet.
Ze was onzeker,
bang.
Koude rillingen liepen over haar rug.
Voelde ze nou een traan over haar wang lopen?
Ze opende haar mond,
maar er kwam niks.
Het bleef stil.
De vraag,
zijn naam,
bleef hangen in haar keel.

Omringd door stilte en mist stond ze daar:
Alleen,
verlaten,
eenzaam.
Ze wist zich geen raad, toen plots
een stem klonk.

Zien (in de mist), deel 3

Vervolg: Zien & Zien, deel 2


Ze liep de bekende weg.
De route die ze met haar ogen dicht kan lopen.
Het pad dat ze kent als de binnenkant van haar broekzak.

Het was een mooie dag,
de zon scheen.
Vogels floten,
zij floot.

In de verte kon ze hem al zien,
hij leek druk.
Ze rechtte haar schouders,
hield haar hoofd hoog.
Ze zou niet weg kijken,
niet deze keer.
Ze mocht gezien worden,
hij mocht haar zien.

Er trokken wolken op.
Ineens klonk daar getetter.
Een witte, dikke wolk trok op,
ze zag niks meer.
Het pad verdween.
De mist werd dikker, en
dikker.

Hij veranderde in een zwarte schim in de mist.
Binnen enkele seconden was hij niet meer te zien.