Onze Lieve Vrouwentoren

Zaterdag 8 September, Open Monumentendag. Kaartjes - Copyright.jpg
De dag dat ik eindelijk deed wat ik eindelijk al heel lang wilde doen. En tegelijkertijd was het ook een beetje angsten overwinnen.

In Amersfoort staat een prachtige toren, de Onze Lieve Vrouwetoren. En die toren is voor publiek toegankelijk. Je kan er helemaal naar boven! En dat is iets wat ik al heel lang wil doen. Het is er alleen nooit van gekomen, daarnaast werkt de hoogtevrees waar ik last van heb ook lekker tegen 😉

Oké, eerst wat praktisch info.
De Onze Lieve Vrouwetoren is ruim 98 meter hoog (98,33 meter om precies te zijn) en is gebouwd in de Middeleeuwen. De toren heeft de bijnaam “Lange Jan”. En wat deze toren extra bijzonder maakt is dat deze toren maar liefst 100 klokken telt! Dit is uniek in de wereld.

Voor degenen die zich afvragen waarom er alleen een toren aan de rand van het Lieve Vrouwekerkhof staat heb ik een antwoord. Want was er ooit niet een kerk? Ja, die was er. Vroeger was de toren onderdeel van een katholieke kerk die voor de toren stond. De kerk werd in de tijd van de beeldenstorm overgenomen door protestanten. Die de kerk voor andere doeleinde gebruikte. Bijvoorbeeld als opslagplaats voor buskruit en als laboratorium waar granaten werden gevuld. Door de onvoorzichtigheid van een medewerker, die schijnt zijn pijp aangesloten te hebben (wat niet echt handig bij een opslagplaats voor buskruit), ontstond er een explosie. Het dak van de kerk was van hout, dus je kan wel nagaan wat er gebeurde. En uit eindelijk is er begin 1800 besloten om de ruïne af te breken. De toren is blijven staan.

Samen met een vriendin besloten we op de drukke Open Monumentendag, zaterdag, te kijken of wij nog kaartjes konden bemachtigen voor deze klim. En we hadden geluk! Er waren nog precies twee kaartjes voor de groep van 15.30 uur. We moesten wel even wachten, bijna 2 uur, maar dat maakte niet uit.

Om 15.15 uur stonden wij voor de grote deur van de toren. We waren er klaar voor. Ondanks dat je je voorbereid op een héle klim, is de klim toch langer dan gedacht. Zeker het eerste stuk naar boven, dat is dan ook meteen het rottigste stuk. De traptreden zijn onderaan de toren het breedst en grootst, maar er zitten ook een hoop ‘deuken’ in deze eerste treden, wat behoorlijk vervelend loopt.

In de toren - copyrightTijdens onze klim hadden we een vrij gemengde groep, veel ouderen (50 plussers?), twee ouders met kinderen, een zwanger koppel (maar echt, chapeau om deze toren zwanger te beklimmen). Ik denk dat wij (afgezien van de kids, de jongste deelnemers waren. En ik loop al naar de dertig, dus dat zegt wel wat over de groep). En dan was daar onze tourgids, die toch al naar de 70 ging. Waar iedereen (ja wij ook) bij het eerste stukje hijgend, puffend en kreunend plaats naam op de banken op de eerste verdieping, stond onze gids met een glimlach voor ons – met hem niks aan het handje. Na een uitleg over de kamer waar we ons in bevonden en de gigantische confrontatie dat we nog niet eens een kwart van de toren hadden beklommen volgde wij onze weg naar de eerste buitenverdieping. De hoogte viel me eerlijk gezegd mee, ik had verwacht dat het hoger was. Voor iemand die last heeft van hoogtevrees was het tot nu toe prima te doen. Vanaf deze toren had ik trouwens prima zicht op mijn huisje in de binnenstad. Super leuk!

Daarna gingen we een verdieping verder, waarbij we in een kamertje kwamen waar een hele grote muziekmolen staat (dit is één van het weinige automatische in deze toren).

De 2e buitenverdieping volgde. Dit was toch wel een stukkie hoger. Er viel veel meer te zien. Ik probeerde over de balustrade naar beneden te kijken, dit was echter niet goed mogelijk. En misschien ook maar beter ook… Want doordat ik geen diepte kon zien, (zegmaar strak langs de toren naar beneden), had ik ook geen last van mijn hoogtevrees. En op deze 2e buitenverdieping bevind zich ook nog eens het kamertje waar de beiaardier zijn klokkenspel speelt. En wat hadden we een geluk! De beiaardier zat in zijn ‘kamertje’ en wilde een deel van de groep maar al te graag wat vertellen over zijn beroep. Want iedereen die denkt dat deze toren automatisch werkt komt bedrogen uit. Het klokkenspel is handwerk.


En als laatste gingen wij naar de 3e buitenverdieping. Het één na hoogte punt van de toren. Je zou nog hoger kunnen, maar i.v.m. de veiligheid is dat niet mogelijk, omdat daar geen hekken/balustrades zijn.

Het uitzicht vanaf dit laatste punt is echt fenomenaal! We hadden mooi weer, wat ons uitzicht alleen maar groter maakte. Zo konden wij de volgende dingen zien;
Klok, Onze Lieve Vrouwetoren - Copyright
x In een kuil was de stad Utrecht te zien, met het stadhuis.
x De televisietoren van Hilversum.
x Een grijze vierkante vlek, de Rembrandttoren in
Amsterdam.
x Almere.
x Het Ijsselmeer.
x En de windmolens van Spakenburg.

Wat een uitzicht! Bizar, dat we vanaf de toren zo veel en zo ver konden zien.
Kort daarna volgde de tocht naar beneden, zonder tussenpauzes op de andere verdiepingen. 363 treden naar beneden… (Yes, we waren al die 363 treden ook al op gegaan…)

Onze gids gaf nog de tip om bij het naar beneden lopen niet naar binnen te kijken, maar je ogen te richten op de buitenwand van de toren. Tsja, dat is makkelijker gezegd dan gedaan. Je wilt zien waar je je voeten zet en als je naar je voeten kijkt, dan kijk je dus naar ‘binnen’. Ik ben gelukkig niet duizelig geworden, want stel je voor dat je draaierig naar beneden loopt (in rondjes). Poeh…

Het was een zeer interessante tocht, zeker een aanrader! En al helemaal als je in Amersfoort woont. Hou er wel rekening mee dat je 363 traptreden op en ook weer af moet. In totaal 726 treden. Dat zijn een hoop! Ik zal eerlijk zijn, toen ik eenmaal weer met beide voeten op de grond stond voelde ik de 762 treden wel echt in mijn benen.

Tot slot; Dikke respect voor de vrijwilligers en beiaardiers die deze toren bijna dagelijks beklimmen.

Liefs,
Sabrina

 

Angsten overwinnen in de Efteling

Gisteren bracht ik samen met drie collega-vrienden een bezoekje aan de Efteling. Het was een leuke en gezellige dag. Al werden we bij aankomst wel verrast door de drukte. Die hadden we op maandag, zo vlak na het weekend, zeker niet verwacht. Plus de kinderen in Nederland gaan gewoon nog naar school. En een schoolreisje of klassenuitje op maandag, das niet logisch toch? Nou ik kan jullie vertellen dat wij er flink naast zaten. Er waren klassenuitjes en schoolreisjes en heeel veel toeristen. Duitsers, Belgen en nog een hoop andere nationaliteiten.

Dankzij de app van de Efteling konden we precies bijhouden hoelang de wachtentijden voor de attracties waren. Dit is echt ideaal. Meteen bij binnenkomst vormde er al lange rijen. Dus begonnen we de dag in Marerijk met een ritje op de monorail door het Volk van Laaf. Daarna maakte we een stop op het Anton Pieck Plein waar we een ritje maakten in de vlindercarrousel (die met alle hobbels). Daarna volgde een rondje zweefmolen, waar je heel gezellig met z’n tweeën naast elkaar kan zitten. Voor twee van de vier (ja, waaronder ik), was het een heftig rondje met de zweefmolen. Duizelig en misselijk kwamen we er uit. Poeh, stelletje waaghalzen dat we zijn…


Daarna volgde we ons avontuur naar het Reizenrijk waar we Joki een bezoekje brachten bij de Carnaval Festival. Even een rustige tocht om bij te komen van onze wilde draaimolenavontuur. Daarna was het tijd voor de eerste drempel; mee met de Pagode… Ik kan jullie vertellen dat dit een flinke uitdaging is voor iemand met hoogtevrees. We namen plaats op het bankje, rug stijf tegen de leuning. Eenmaal helemaal bovenin durfde ik zowaar te gaan staan. En om het helemaal mal te maken, ik stond gewoon bij de reling! Een rit waar ik altijd al zo gigantisch tegenop zat was nadat ik weer met beide voeten op de grond stond een dat-viel-reuze-mee-waarom-leek-mij-dat-nou-zo-eng ritje.


Na ons hoogte avontuur was het tijd voor een water avontuur. We gingen naar Anderrijk voor een tochtje met één van de Piraña bootjes. Na een wachtrij in het zonnetje, tussen de vele scholieren, liepen we één voor één nat de ronde boot uit. De één nog natter dan de ander. Ach, gelukkig was het droog weer. Dat water droogt wel weer.

Omdat we toch al nat waren besloten we om dan ook maar meteen De Vliegende Hollander in Ruigrijk mee te pakken. Zelf vind ik dit de leukste ‘achtbaan’ die ze hebben. Daarna gingen we weer terug naar Reizenrijk voor een ritje in de Vogel Rok. (Als het aan mij ligt
zouden alle achtbanen in het donker moeten zijn, dan durf ik er tenminste wel in). Mijn twee vriendinnen waagde zich aan een rondje Monsieur Cannibale, waar de andere helft (yup, ik ook) vriendelijk voor bedankte. Na dat gehobbel in de Piraña en de twee achtbaanritjes denk ik dat mijn maag een rondje in de (veel te snel) draaiende kookpotten niet heel leuk had gevonden. Na al die ‘wilde’ attracties was het weer tijd voor iets rustigs.


Terug naar Marerijk voor een zweefvlucht door de Droomvlucht!
Wauw, ik blijf hier echt mijn ogen uitkijken! Ik vind het zooo mooi gemaakt. De huidige vlucht is wat mij betreft echt te kort, maar ja als het aan mij ligt zou ik daar de hele middag rond kunnen zweven… Na ons rondje Droomvlucht gingen we naar het restaurant Het Wapen van Raveleijn. Tijd voor een hapje en een drankje! Voor mij: Appeltaart met ijsthee 🙂 Vanaf het terras (een hele andere plek dan normaal) hebben we de parkshow Raveleijn gezien. Wat ik vooral erg leuk vond was dat ons plekje (de eerste picknicktafel die je tegenkomt als je het terras op loopt) uitzicht bood aan een kijkje achter de schermen. Er was te zien hoe de raven gestuurd werden weg te vliegen. Hoe snel de lakens en keep van paard en ruiter af moesten en meer.


Na de parkshow wandelde we weer naar Anderrijk voor een tochtje door de Fata Morgana. Net als bij de Droomvlucht kom ik hier ogen en oren te kort. Wat is hier een hoop te zien! En wat een vaartochtje door de Fata Morgana zo leuk maakt is dat je elke keer weer iets nieuws ziet of hoort. Toen we het 1001 nachten sprookje uitstapte was het al tegen 17.00 uur. Hoogste tijd om weer wat te eten. Waar de één voor friet met een frikandel ging, nam de ander friet met een kaassoufflé en ging een derde voor een bak met verse grote aardbeien. Zelf nam ik een kaassoufflé, een beker druiven en toe churros. I know, een hele vreemde, maar wel lekkere combinatie!


We hadden één iemand die graag een ritje in de Barron 1898 wilde maken, dus gingen we terug naar Ruigrijk. Na deze rit stond ons nog één achtbaanrit te wachten. Joris en de Draak. Een achtbaan die ik tijdens al mijn Eftelingbezoeken uit de weg was gegaan. Maar vandaag stond in het teken van angsten overwinnen. Dus ging ik met twee vrienden de achtbaan in. Het wachten in de rij wal echt killing. Het trillende hout, het geluid… het liefst wilde ik terug, maar dat deed ik niet. Ik hield me stil, vrat mezelf van binnen op. Toen we uiteindelijk bij de twee trappen aankwamen, waar je kan kiezen of je in de water- of vuurkarretjes gaat, kozen wij voor water. Ik zag dat de deur voorbij de trappen open stond. Even schoot de gedachte door mijn hoofd om heel hard weg te rennen. Mijn vrienden konden wel samen gaan. Maar wie had ik daar mee? Alleen mezelf toch? Dus bleef ik staan en liep ik de trap op… Niet veel later zat ik in het karretje. M’n harte klopte in mijn keel en even dacht ik een paniek aanval zou krijgen. En dat alleen maar door een stom ritje in een achtbaan. Hoe suf zou dat zijn? Heeel suf! Langzaam reden we naar boven. We kregen een uitzicht over de baan. Al die rails, het was zo veel. Ik geloof dat iets schreeuwde in de trans van “Jullie zeiden niet dat ie zo lang was?!”. Ik kreeg een lach terug. Lekker dan… Tot mijn grote verbazing klampte ik mijzelf niet vast aan de beugel. Ik hield zelfs m’n ogen op. Oké, ik heb misschien heel eventjes mijn ogen dicht geknepen. Maar dat was maar één keer! Ergens onderweg werd er nog een plons water in de lucht geschoten, waardoor we goed nat werden. En net toen ik dacht dat we nog een flinke duik moesten maken zat de rit er op. Achteraf gezien viel de rit eigenlijk best wel mee. De wachtrij was erger dan de rit zelf. Zal ik de volgende keer weer gaan? Ja! Wow, das een hele overwinning.

Omdat we nu toch al nat waren besloten we om nog een laatste ronde door de Piraña te doen. Waar we de eerste ronde, overdag, de boten nat verlieten waren we nu nog natter. Een golf van links, een golf van rechts en oja, ook nog een golf van achter.

Inmiddels was het bijna 20.00 uur. Sluitingstijd. De dag zat er op. Helaas…

Liefs,
Sabrina