Vervolg: Zien & Zien, deel 2
Ze liep de bekende weg.
De route die ze met haar ogen dicht kan lopen.
Het pad dat ze kent als de binnenkant van haar broekzak.
Het was een mooie dag,
de zon scheen.
Vogels floten,
zij floot.
In de verte kon ze hem al zien,
hij leek druk.
Ze rechtte haar schouders,
hield haar hoofd hoog.
Ze zou niet weg kijken,
niet deze keer.
Ze mocht gezien worden,
hij mocht haar zien.
Er trokken wolken op.
Ineens klonk daar getetter.
Een witte, dikke wolk trok op,
ze zag niks meer.
Het pad verdween.
De mist werd dikker, en
dikker.
Hij veranderde in een zwarte schim in de mist.
Binnen enkele seconden was hij niet meer te zien.